Porsche 911

Het voertuig in detail

De vroegste versies, geproduceerd tussen 1964 en 1966, onderscheidden zich door hun korte wielbasis (SWB) van slechts 2.211 mm. In combinatie met het lage gewicht en de traditionele 'achterin geplaatste motor, achterwielaandrijving'-indeling gaf dit de auto een uitzonderlijke wendbaarheid, hoewel het ook vaardigheid van de bestuurder vereiste om de grenzen van de grip te verkennen.
De motor was een 2,0-liter luchtgekoelde zescilinder boxermotor, gemonteerd aan de achterzijde, die ongeveer 130 pk leverde bij 6.100 tpm. In combinatie met een handgeschakelde vijfversnellingsbak leverde hij voor die tijd indrukwekkende prestaties, met een sterke acceleratie en een topsnelheid van bijna 210 km/u – opmerkelijke cijfers voor het midden van de jaren zestig.
Het interieur van de 911 was moderner en verfijnder dan dat van de 356, maar behield de functionele eenvoud die kenmerkend was voor het merk. Het dashboard, gedomineerd door vijf ronde meters, werd een kenmerk van Porsche. De voorstoelen boden goede zijdelingse steun, terwijl de achterstoelen symbolisch maar praktisch waren, geschikt voor passagiers of bagage.
Tegenwoordig worden de SWB 911's uit de eerste serie (gebouwd tussen 1964 en 1966) bijzonder gewaardeerd door verzamelaars – niet alleen omdat ze de beginjaren van het model vertegenwoordigen, maar ook vanwege hun esthetische puurheid, hun onderscheidende rijdynamiek en hun rol als startpunt van Porsche's beroemdste afstamming.