Porsche 964 Turbo 3.6

Het voertuig in detail

De Porsche 911 930 Turbo was de eerste productieauto van het merk die was uitgerust met een turbomotor. Hij kwam in 1975 op de markt met een 3,0-liter motor, die vanaf 1978 werd vergroot tot 3,3 liter.

Met de introductie van de 964-generatie in 1989 kreeg de 911 een nieuwe 3,6-liter motor. Helaas was deze motor nog niet klaar voor de toevoeging van een turbocompressor, dus alle 964's werden geleverd met een 3,6-liter motor, behalve het Turbo-model, dat nog steeds de oude 3,3-liter motor (met turbocompressor) had.

In 1992 onthulde Porsche op de Autosalon van Parijs eindelijk de 964 Turbo met een 3,6-liter motor, dit keer natuurlijk uitgerust met een turbocompressor. In combinatie met voor de turbocompressor geoptimaliseerde cilinders, zuigers en krukas, en een verhoging van de compressieverhouding van 7,0 naar 7,5:1, zorgde dit voor een vermogensstijging tot 360 pk.

Het chassis van de Turbo 3.6 ligt 20 mm lager dan dat van het vorige 3.3-model, en in combinatie met bredere banden droeg dit zeker bij aan het rijgedrag van de auto. De Turbo 3.6 kreeg ook een stijvere ophanging dan zijn oudere 3,3-liter broertje. De veerconstante werd met twaalf procent verhoogd, samen met een sterk degressieve schokdemper (de weerstand neemt toe naarmate de rotatiesnelheid van de as toeneemt). Deze wijzigingen verminderden de neiging om op te tillen bij accelereren, te duiken bij remmen of te hellen bij hard bochtenwerk.