Porsche 997.2 Carrera 4 GTS

Het voertuig in detail

In wat waarschijnlijk een primeur was in de autodesignwereld, werd de ontwikkeling van de 997-generatie geleid door de cabriolet in plaats van de coupé. Hoewel dit ongekend was, was het eigenlijk een veel logischere manier van werken. Cabrio's brengen een aantal unieke problemen met zich mee, dus door eerst aan deze te werken, zouden de voordelen ook ten goede komen aan de coupé. Omdat cabriolets bijvoorbeeld geen vast dak hebben, hebben ze moeite met de stijfheid van het chassis. Door dit probleem op te lossen, zouden ook de coupés stijver worden, wat op zijn beurt de prestaties zou verbeteren. Voor het eerst waren de cabrioletversies vrijwel gelijk aan hun coupé-tegenhangers wat betreft prestatiecijfers. Daarom waren de 997 cabriolets veruit de beste generatie voor wie de wind door zijn haren wilde voelen zonder in te boeten aan prestaties.

Halverwege de modelcyclus introduceerde Porsche een middenklasse 911 die het gat tussen de Carrera en de GT3 opvulde. Hoewel ze later een versie met vierwielaandrijving produceerden, was de C2 GTS de enige achterwielaangedreven auto die was uitgerust met de traditioneel bredere carrosserie en spoorbreedte van de C4. Zowel de C2 als de C4 waren uitgerust met een verbeterde 3,8-liter motor met een vermogen van 413 pk. De C4 GTS is gemakkelijk te herkennen aan de opvallende reflecterende streep tussen de achterlichten.